MRS Seeds & Mixtures Zandblauwtje – Jasione montana

Zandblauwtje – Jasione montana | MRS Seeds

Het zandblauwtje, ook bekend onder de Latijnse naam Jasione montana, is een bijzondere inheemse wilde plant met bolvormige, blauw-paarse bloeiwijzen. Deze tweejarige plant komt vooral voor op droge, schrale zandgronden en heidegebieden. Met zijn compacte groeiwijze en opvallende kleur is het zandblauwtje een echte blikvanger! De bloemen trekken veel insecten aan, waaronder wilde bijen en zweefvliegen. 

Voor welke doeleinden kan ik het zandblauwtje gebruiken?

Het zandblauwtje is ideaal voor gebruik in:

• Wilde bloemenweides op zandgrond
• Droge graslanden
• Duinen
• Rotstuinen
• Groendaken
• In potten

Doordat hij het goed doet op voedselarme, droge bodems, draagt hij bij aan biodiversiteit op plekken waar andere planten het vaak laten afweten. Combineer hem met soorten als muizenoortje, duizendblad en kattendoorn voor een bloeiend geheel dat weinig onderhoud vraagt.

Wat zijn de kenmerken van het zandblauwtje?

• Inheemse, tweejarige plant
• Compacte plant met bolvormige, blauw-paarse bloemen
• Geschikt voor droge, voedselarme zandgrond
• Grote aantrekkingskracht op wilde bijen, hommels en zweefvliegen
• Ideaal voor bloemenweides, groendaken, duinen en rotstuinen

Hoe zaai ik het zandblauwtje?

Zaai het zandblauwtje bij voorkeur in het voorjaar (maart t/m mei) of in het najaar (september t/m oktober). Kies een zonnige plek met droge, schrale bodem. De bloemzaden kunnen direct in de volle grond worden gezaaid. Licht aandrukken en niet volledig bedekken, het zandblauwtje heeft licht nodig om te kiemen. Houd de bodem tijdens de kiemfase licht vochtig. De kiemduur bedraagt gemiddeld 2 tot 4 weken. Reken op circa 1 gram per 1–2 m².

Hoe onderhoud ik het zandblauwtje?

Het zandblauwtje heeft nauwelijks verzorging nodig. Omdat het plantje goed gedijt op arme grond, is bemesten overbodig, sterker nog: het werkt juist averechts. In bloemenweides of natuurlijke beplantingen kun je eenmaal per jaar maaien, bij voorkeur in september, zodra het zaad is gevormd. Laat het maaisel kort liggen om de zaden te laten uitvallen en verwijder het daarna. Zo geef je deze soort de kans om zich op natuurlijke wijze te vermeerderen.